- Mijn
reis
- Uw
reis
- Hun
reis
- Foto's
(56)
|
Datum: 8 mei 2006
Kilometerstand: 7501
Brazilië is een groot
land. Na Barrolandia en de avonturen met Erik de Duitser, zijn vele
kilometers verstreken. De teller van de brom staat op
8000 km en bij vertrek uit
Paramaribo op 3800!
De
route Na
Barrolandia in de staat Tocantins, heb ik eerst de grote weg Belem -
Brasilia gevolgd tot voorbij Gurupi. Daar ben ik rechtsaf geslagen
om die dag te eindigen in San Miguel de Araguaia. Vandaar
verder richting het zuiden over een onverharde weg door een
prachtig gebied met vooral veel vogels. De andere dieren die
je ziet, liggen langs de kant van de weg en zijn dood en stinken
geweldig (tapirs, vossen, slangen, kaaimannen e.d.). Via Novas
Crixas ben ik op 1 mei in Goias aangekomen. Een prachtige stad met
eindelijk weer eens boeiende architectuur. Goias is in 1727 gesticht
door goudzoekers uit de staat Sao Paulo en is
grotendeels intact gebleven: nauwe straatjes met plaveisel van grote
stenen, oude koloniale huizen in
felle kleuren en
zeven barokke kerken.
Benen
wijd, handen omhoog en tegen de muur!
Op mijn verjaardag loop ik Goias te verkennen,
als er plotseling een auto stopt en twee mannen me aanhouden. Mijn
tropenhoedje wordt op de grond gesmeten en ik word gesommeerd om met
mijn handen tegen de muur te gaan staan.
De policia militar fouilleert me en doorzoekt minutieus mijn tas. "waar kom ik vandaan, waar ga ik naar
toe, waar woon ik" allerlei domme vragen, waar ik het antwoord op
schuldig blijf, want ik spreek natuurlijk geen portugees tegen dat
soort lieden. Na 10 minuten zijn ze overtuigd dat ik geen
internationale terrorist ben en mag ik verder gaan. Vrolijk fluitend wandel ik verder door het prachtige
stadje. Het is warm en ik heb dorst, dus ik koop een blikje cola op
een pittoresk pleintje. Komt er een agent op me af (dit keer policia
civil) die me vraagt mee te komen naar de politieauto. Ik wordt
verzocht in te stappen en we beginnen een toeristische rit door
Goias langs alle politieposten. We maken een tussenstop bij mijn
hotel, want ze
nemen geen genoegen met de fotokopie van mijn paspoort.
Alles wordt wederom gecontroleerd en er wordt een formulier ingevuld
met mijn persoonlijke gegevens. Na een uurtje ben ik weer een vrij
mens. Ik realiseer me hoe het moet zijn geweest toen de militairen
nog aan de macht waren. 's Avonds ga ik op zoek naar een geschikt
restaurant om samen met mezelf mijn verjaardag te vieren. Het
restaurant dat ik op het oog heb zou om 19.30 uur open gaan, maar
helaas, de deur blijft dicht. Dan maar een pizza met een fles
Chileense Concha y Toro. De volgende dag
bezoek ik het balneario de Tucuri. Een riviertje met helder water,
hier en daar een natuurlijk zwembad, rotsen, watervalletjes
en totale rust.
Een hele
grote snavel
Je snort over het
Braziliaanse asfalt, je kijkt voortdurend om je heen, je geeft gas
en remt weer af en dan... dat is een rare snuiter. Zie ik het goed?
De brommer aan de kant en met de camera in aanslag de boom
verkennen. En ja hoor daar zit ie: de TOEKAN. De leukste vogel die
ik tot nu toe gezien heb. Sinds de eerste kennismaking heb ik er
aardig wat gezien en mijn dag is weer goed als zo'n vrolijke
vliegende snavel voorbij vliegt.
De route
II Na drie dagen hou ik Goias voor gezien. Mooie
stad, maar verder helemaal dood(s). Vooral 's avonds is de stad
compleet uitgestorven. De restaurants zijn leeg, de straten zijn
leeg, er gebeurt helemaal niks. Toerisme in Brazilië schijnt zich
voornamelijk aan de stranden langs de kust af te spelen. Het
binnenland is groots, leeg en verlaten. Ik vervolg mijn weg richting
de Pantanal en rij
150 km westwaarts tot Montes Claros
de Goias. Dat klinkt mooi, maar dit dorp stelt niets voor. Tien kilometer na Montes Claros houdt het
asfalt weer eens op en rij ik bijna 100 kilometers over een stoffige
weg met cowboys en vrachtwagens. Hier en daar bestaat het 'wegdek'
uit een dikke laag stof en de Yamaha glipt en glijdt alle kanten op.
Maar het loopt weer goed af en ik rij de Rio Aragauia over en de
staat Mato Grosso binnen. Ik rij verder tot General Carneiro.
Ik heb nog 65 reais, de brommer maakt een ratelend geluid en de
jongen van het hotel vraagt 45 reais (en ik ben onderweg mijn
reserveband verloren). Een belachelijk bedrag, want een kamer kost
tot nu toe tussen de 12 en 30 reais. Uiteindelijk betaal ik 35 RS,
ik vervang de tandwielen en de ketting en eet 's avonds voor 8 RS
een typisch Braziliaanse maaltijd in restaurant Estrela. De volgende
dag wil ik benzine tanken, maar het pompstation heeft geen normale
benzine (gasolina comum) meer! In het dorp is ook geen bank, dus ik
zal wel verder moeten. Het is 92 km tot de volgende plaats met een
benzinestation en op half gas rij ik naar Villa Paradao. Met mijn
laatste geld koop ik 3 liter benzine en hoop dat er niks mis gaat
tot Primavera de Leste, 125 km verder. Om 5 uur arriveer ik in
dit stadje dat 20 jaar geleden niet
bestond. Alles is hier nieuw en er wordt geld verdiend, want langs
de brede avenidas staan luxe winkels en appartementen-complexen en
er zijn villawijken (de armen wonen strategisch buiten het centrum).
Ik heb gisteren te voet de stad verkend en vooral de nieuwe
Braziliaanse architectuur is amusant. Het is meer decoratie dan
functioneel bouwen, maar het levert mooie foto's op.
's Avonds in het beste restaurant van de stad
gegeten, bife de chorizo met Braziliaanse wijn en heerlijke chocolade truffels
als toetje. De eigenares heeft ze eigenhandig gemaakt en me
gewezen op de lokale wijn die hier gemaakt wordt.
Datum: 5 mei 2006
Kilometerstand: 7740
Morgen vertrek ik
naar de Chapada dos Guimaraes, een nationaal park, op 40 km boven
Cuiaba. Prachtige natuur en bijzondere natuurverschijnselen, want
het schijnt dat een lokale magnetische kracht, voertuigen langzamer
doet voortbewegen. Dat gaan we eens uittesten.
Voortsukkelend op de
Yamaha
De
laatste weken ging de brom steeds langzamer rijden en elke heuvel was een
gevecht om boven te komen. Geen bottom power, geen
piekvermogen, helemaal niks. Dus dat was een barre rit in
Chapada dos Guimaraes om
bij de Cidade da Piedra (stenen stad) te komen. Een pad met een
behoorlijk stijgingspercentage, maar het ergste van alles, voorzien
van een 30 cm dikke laag stofzand. Wat
een gekloot. Bonkend, sleurend en slingerend heb ik de plek gehaald,
maar een echte stenen stad vond ik het niet, dus ik ben nog 15 km
verder gereden, getwijfeld, weer gekeerd, toch weer verder gereden
tot een boerderij en nog verder, onderweg gevraagd, maar de
voorbijganger kende geen stenen stad, weer gekeerd, weer worstelend
over het zandpad terug en geconcludeerd dat de eerste plek de stenen
stad was.
De volgende dag op pad naar de spectaculaire
watervallen, maar bij de eerste cachoueira moest ik betalen (een
particulier stukje park met restaurant), dat doen we natuurlijk niet.
Iets
verder gereden en inderdaad: deze waterval was mooi. Een 53 meter
lange streep water dat van een plateau naar beneden plettert
in een met grote
bomen begroeid dal.
Die Brazilianen
hebben een heel aparte manier van natuurbescherming, want je zorgt
gewoon dat het natuurpark onbereikbaar is. Geen fatsoenlijke weg,
geen openbaar vervoer, geen borden die aangeven wat waar is. Je
zoekt je helemaal suf, rijdt tientallen kilometers om vervolgens op
een no-no plek aan te komen. Maar het is er wel mooi en natuurlijk
heel rustig, want
de gewone toerist mijdt
dit soort plekken.
De afgelopen dagen
waren verschrikkelijk... slapeloze nachten, gepruts aan de sproeier,
intensief mailcontact met de technische ploeg van Yamaha Motor
Nederland. Neen, het valt niet mee om op een tweewieler met 0,5 pk
vermogen door Brazilië te reizen.
In Chapada de brom uit elkaar gehaald en met de
uitlaat naar een werkplaats gegaan om de knalpot open te zagen, te
ontkolen en weer dicht te lassen. Nadat ik de uitlaat
op twee plaatsen had doorgezaagd, bleek het toch mogelijk om de drie
schroeven, waarmee de demper
vast zit, los te draaien. Afijn, de uitlaat werd weer dicht gelast
door senhor Neuss, een Braziliaan, waarvan de ouders uit
Duitsland kwamen. Hij sprak nog steeds Duits, so wir haben Deutsch geretet.
Maar... bij de demontage van de uitlaat zag ik al snel dat dat niet
de oorzaak van het zwakke presteren was. Wel een beetje olie van
binnen, maar de demper zat niet dicht. De boel toch maar uitgefikt
en alles weer gemonteerd. Het Yamaha twee-takt team was van mening
dat de hoogte waarop ik mij bevond (700 meter) de oorzaak zou kunnen
zijn: ijle lucht, dus een te rijk mengsel, dus een viertakkerig
gepruttel en geen vermogen.
>> naar de
Pantanal
|