- Mijn
reis
- Uw
reis
- Hun
reis
- Foto's (28)
|
Datum: 19 januari 2007
Kilometerstand: 19.890
Na General Conesa heb ik stroomopwaarts de Rio
Negro gevolgd. De appeltjes en peertjes, die jullie straks bij de AH
kopen komen hier vandaan. Gisteren een rustige tocht naar Choele
Choel. Gekampeerd op de camping municipal (gratis). Bij het ACA
station me laten informeren over de
mogelijkheden om
richting Bariloche te rijden. En ja hoor, we zijn
weer van de route afgeweken. Vanochtend ben ik
eerst een stukje terug gereden en
voorbij
Pomona rechtsaf geslagen naar de Gran Bajo del Gualicho. 45 km asfalt en
100 km onverhard. Gevaarlijke weg met veel stenen, dus af en toe dansend over
het wegdek (de stenen schieten met harde knallen onder mijn voorwiel vandaan tegen
de plastic beenbeschermers).
Ik zit nu in Valcheta en van hier is
het een 600 km (of daaromtrent) naar Bariloche. De
weg zal onverhard zijn en het landschap oogverblindend mooi. De
route gaat als volgt: Valcheta, Nahuel Niyeu, Ministro Ramos Mexia,
Sierra Colorada, Los Menucos, Aguada de Guerra, Maquinchao, Ing. Jacobacci, Clemente Onelli, Comallo
en Pilcaniyeu. Onderweg passeren we kraters, bergen, hoogvlaktes, zoutmeren, meseta's, drooggevallen riviertjes,
en gaan we zien: puma's, gordeldieren, aasgieren,
slangen, lama's (en de wilde soort waarvan de naam me
niet te binnen wil schieten - ja ik weet
het weer guanaco's ((ik heb er vandaag al
6 gezien)). En nu maar hopen
dat
de brom het houdt. De weg vandaag is erger dan Lisboa - Dakar, maar
die jongens hebben een professioneel team dat 's nachts de machientjes weer opkalefatert. Maar
het geruststellende is dat als de boel uit elkaar pleurt, de trein me
verder zal brengen.
Toen ik vandaag na
95 km een wit reflecterend zoutmeer (Lago Indio Muerte) aan de
horizon zag opdoemen, kon ik het niet laten om met volle bepakking
het zandpad naar rechts te nemen om het meer van dichtbij te
inspecteren. Dat ging bijna fout toen de voorband zich vastzoog in
het
zand. Beng, plat met dat ding, maar
verder niks. Vloekend overeind en weer verder. Het zoutmeer van
dichtbij viel vies tegen.
Dit gebied, de
Meseta de Somuncura, is indianenland. Afgelegen, geïsoleerd en
woest. Ik ben vandaag 4 auto's tegengekomen, geen enkele toerist. De
bewoners in dit gebied hebben het niet zo op rare snuiters. Het
leven is hier hard, de huizen zijn van adobe en de inwoners lijken
af te stammen van de Sioux. Dikke lippen,
spleetogen, lang zwart haar, geweren, paarden. In dit internet cafe klinken de Beatles
op de achtergrond.
Als dat maar
goed gaat...
Na Valcheta (heb
ik daar mijn laatste meel verstuurd - ik geloof het wel) verder
gereden richting Bariloche over de Ruta 23. Het eerste deel van
het traject was tamelijk saai - heel erg patagonisch,
beetje struikgewas, af en toe een zoutmeer met flamingo's, drie
guanaco's en een gordeldier, het kleine model. Overnacht in Sierra
Colorada en weer verder. Langzaam komen de meseta's in beeld. De weg
wordt geaccidenteerder en het rijden over de ripio gevaarlijker. De
snelheid is meestal 15 km, maar af en toe lijkt de ripio een hogere
snelheid toe te staan. Ik draai het gas open totdat de ripio
overgaat in ripple ripio. Het stuur begint als een gek te trillen,
de brom wordt onbestuurbaar en het beeld
geheel wazig.
 
Verschillende soorten RIPIO: wasbord, losse
stenen, grindbak en keien
Als een gek op de
rem, maar wel het gas erop houden, anders gaat het fout. Het gaat
nog steeds goed. Ik rij verder en probeer weer de snelheid op te
voeren. Totdat de ripio overgaat in een grindbak en de brom
vervaarlijk gaat slingeren en ik als een gek moet remmen om de 78
kilo brom, plus 35 kilo bagage plus 65 kilo vlees en bloed in het
rechte spoor te houden. Het gaat weer goed. De volgende stop
is Ingeniero Jacobacci, waar het beroemde smalspoortreintje La Trochita vertrekt. Op maandag vertrek ik
uit Ing. Jacobacci voor het laatste traject richting Bariloche.
Na 45 km zit ik ineens in Ojos de Aqua...!? Dat was niet de bedoeling -
ik zit op de verkeerde weg. Ik besluit om niet om
te keren, maar de weg te vervolgen naar El Maiten (wat maakt
het allemaal uit, tijd zat). Af en toe verwens ik de ripio,
maar de meeste tijd is het sport. Behendig stuur ik van
de
linkerhelft
naar de rechterkant, de beste stukken opzoekend. Echt opschieten doe
ik niet, maar de zon gaat hier laat onder, dus ik maak me niet druk.
Om 4 uur 's middags stop ik Rio Chico om een Pepsi te drinken in het
plaatselijke barretje (er is niets anders). Een vriendelijke
jongeman staat aan de bar en naast mij twee stamgasten, die al vroeg
begonnen zijn met indrinken. Een van de twee, een gaucho, is wel
heeeel dronken en met zijn mond vol droge toast probeert hij mij wat
te vragen. Ik versta er niets van, maar het is vermakelijk. Ik bied
de gasten een sigaretje aan en neem enkele foto's. Ik rij weer
verder. Ik begin de pre-cordillera te naderen en het terrein wordt
ruiger en de heuvels worden langzaam bergen. Aan de horizon
verschijnen donkere wolken en het begint te regenen. Ik trek mijn
regenpak aan en worstel verder over de vochtige ripio en heb al mijn stuurmanskunst nodig om de Cowboy del
Asfalto karavaan op het rechte spoor te houden. Om 20.00 uur kom ik
de heuvel niet meer op. Ik inspecteer de brom en mijn achterband is
zacht. Ik probeer hem op te pompen, maar dat lukt niet. Dan maar het
wiel eruit en een nieuwe binnenband monteren. Inmiddels regent het
behoorlijk en de hele operatie is een grote klieder-modder-boel. Na
een half uurtje rij ik verder en ja hoor, het lampje van het
oliepeil begint op te lichten op mijn dashboard (ja, mijn Yamaha
heeft een dashboard). In het schemer bereik ik Norquinco en ik informeer naar hotel of camping.
Helaas, geen van beide. Ik vraag hoe ver het nog is naar El Maiten
- 33 kilometer. Dat is te doen, hoewel het weer begint te miezeren
en de zon reeds achter de bergen verdwenen is. Bij het flauwe
schijnsel van mijn 6 volt koplampje worstel ik verder. Meer op
goed geluk, dan op het zicht, rij ik met een slakkengangetje over ruta
6. Het geknipper van het oliepeil-lampje gaat over in permanent rood
en mijn linkerarm toont verschijnselen van een tennisarm. Mijn valpartijtje
in het zand, vijf dagen eerder, heeft mijn linker
stuurhelft een beetje verbogen en dat kleine verschil in
houding, vindt mijn arm niet fijn. Ik heb 220 kilometer achter
de kiezen en de benzine is bijna op. Heb ik nog genoeg olie en
benzine om El Maiten te bereiken? Ik kruis enkele malen het
smalspoor van El Trochita, goed oppassend dat ik niet onderuit ga op
de
natte spoorrails.
Om 22.45 uur rij ik
El Maiten binnen. Het laatste uur heb ik in het pikkedonker mijn weg
over de ripio moeten vinden. Wat een belevenis! In El Maiten stop ik
eerst bij het pompstation voor 5 flaconnen tweetakt olie. Een
tweetakt motor zonder 2-takt olie is ten dode opgeschreven. Ik
informeer naar een hotel en anderhalve cuadra om de hoek is er een.
Doodmoe strompel ik er binnen en zet mijn spullen op de kamer. Ik
parkeer de brom achter het hotel en bestel een grote Quilmes bier.
Ik klets nog een uur met een stamgast en de hoteleigenaar en val om
00.30
in slaap.
>> Argentinië - de
Ruta 40 - 1
|